Er komt een groot onderzoek in vier Nederlandse regio’s (Eindhoven, Breda, Utrecht en Arnhem) om diabetes type 2, hart- en vaatziekten en chronische nierschade vroeger op te sporen. Hierdoor kunnen mensen eerder de juiste behandeling krijgen en worden aandoeningen of ernstige complicaties voorkomen.
In Nederland bestaat geen landelijke en laagdrempelige aanpak om diabetes type 2, hart- en vaatziekten en chronische nierschade eerder op te sporen, zoals dat wel het geval is met bijvoorbeeld het bevolkingsonderzoek naar kanker. Uiteindelijk is het de bedoeling van het onderzoek dat het leidt naar een situatie waarin iedereen tussen de 50 en 75 jaar thuis kan testen of er mogelijk sprake is van een aandoening, zodat de groei van het aantal mensen met deze chronische ziektes afneemt en complicaties worden voorkomen. Dit Check@Home-onderzoek is een initiatief van de Hartstichting, de Nierstichting, het Diabetes Fonds en de Dutch CardioVasculaire Alliance (DCVA).
Negatieve spiraal doorbreken
Het vroeger opsporen, tijdig behandelen en voorkomen van ziekten en complicaties heeft voor de drie fondsen hoge prioriteit. Nu al zijn er in Nederland in totaal 1,5 miljoen mensen met hart- en vaatziekten, 1,7 miljoen mensen met chronische nierschade en ruim 1 miljoen mensen met diabetes type 2. Deze aantallen nemen de komende jaren naar verwachting toe. Dit leidt waarschijnlijk tot meer vroegtijdige sterfte en een mindere kwaliteit van leven. Het Check@Home-onderzoek is gestart om deze negatieve spiraal te doorbreken.
Urinetest en hartritmetest
De 160.000 mensen tussen de 50 en 75 jaar die een uitnodiging krijgen voor het onderzoek gaan thuistesten doen via het digitale Check@Home-platform. Het zijn onder meer uit een urinetest, een hartritmetest en een vragenlijst. Bij vroege tekenen van ziektes volgt een vervolgonderzoek in een regionaal diagnostisch centrum om de reguliere zorg zoveel mogelijk te ontlasten. Indien nodig krijgen mensen leefstijladviezen en medicatie.
Kosten: 8.9 miljoen euro
Het totale budget van het Check@Home-project is 8,9 miljoen euro. Dit is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en financiële bijdragen van de Hartstichting, Nierstichting, het Diabetes Fonds en verschillende private partners.