Goed nieuws: na ruim anderhalf jaar ‘corona’ kunnen chronisch zieken en gehandicapten weer op vakantie naar voor hen ingerichte exclusieve bestemmingen met professionele zorg. Na een gedwongen coronasluiting kunnen ze bijvoorbeeld weer terecht in de speciaal voor hen gebouwde Rode Kruisbungalow in Someren midden in de Brabantse bossen. Of kunnen ze weer boeken voor het Zonnebloemschip om een ‘reisje langs de Rijn’ te maken. De honderden vrijwilligers staan weer klaar om hen te verwennen en te laten genieten van een onbezorgde vakantie, waar ze normaliter vanwege hun ziekte of handicap niet aan toekomen. Even een week nergens aan hoeven denken. Alle zorgen aan anderen overlaten en genieten van de omgeving. Een week geen mantelzorg, maar gewoon man en vrouw zijn.
De gasten hoeven zich geen zorgen te maken over de verzorging, zeggen de vrijwilligers van ‘Dé bungalow van Someren’, zoals deze nieuwe naam sinds kort wordt gehanteerd voor het vakantieoord in Someren. Ze kunnen zelf aangeven waarmee ze geholpen willen worden. Dat kan zijn bij de dagelijkse handelingen, bij het toedienen van medicijnen op het juiste tijdstip of bij het duwen van de rolstoel.
De speciale vakantiebungalow heeft aangepaste voorzieningen. In iedere slaapkamer is een oproepsysteem. Voor excursies en wandelingen zijn rolstoelen beschikbaar. En natuurlijk wordt er rekening gehouden met speciale diëten. De Brabantse vrijwilligers regelen alles.
Een vakantieweek in de Brabantse bossen met prachtig uitzicht op de tuin en weilanden tussen Someren en Lierop duurt van maandagmiddag tot zaterdag en omvat een verblijf van vijf nachten inclusief verzorging, alle maaltijden, entrees bij uitstapjes en een lunch bij de ‘Coeckepanne’ in het aangrenzende Lierop.
Zorginstellingen en zorgorganisaties, zoals De Zonnebloem, verpleegtehuizen en patiëntenverenigingen, kunnen in de bungalow terecht. Maar individuele gasten zijn ook welkom. Ieder jaar is de bungalow acht weken gereserveerd voor individuele gasten. Zij maken dan deel uit van een groep van tien mensen die worden bijgestaan door een team van vrijwilligers, waaronder een verpleegkundige, verzorgenden en koks.
Initiatief van de Philips-familie
De vakantiebungalow in Someren kent een lange geschiedenis die in 1963 begint. Het oord heeft sinds die tijd al 20.000 zieken en gehandicapten die niet zelfstandig met vakantie kunnen, plezierige weken geboden. Het sociaal-charitatief initiatief voor de vakantiebungalow is afkomstig van de Eindhovense Philips-familie, de stichters van de voormalige ‘gloeilampenfabriek’ die sinds een tiental jaren wereldleider is geworden op het gebied van medische apparatuur. Het is mevrouw Van Riemsdijk-Philips geweest die in 1963 op het idee kwam een vakantieoord te realiseren voor mensen, die door hun chronische ziekte, handicap of sociaal isolement niet zelfstandig met vakantie konden. Zij was in die tijd, als voorzitter van het Eindhovense Rode Kruis, nauw betrokken bij het selecteren van gasten die met het Rode Kruis-vakantieschip, de Henry Dunant, een weekje ‘uithuizig’ konden ontspannen. Zij constateerde toen een groot tekort aan vakantiemogelijkheden voor deze categorie gasten. De inventaris van de bungalow werd geschonken door haar moeder Anna Philips-de Jongh. Het huis werd ondergebracht in een aparte stichting, weliswaar onafhankelijk van het Rode Kruis, maar het mocht destijds wel de naam van het Rode Kruis dragen.
“Mar vrouwke, da houde niet vol.”
De metselaar die in 1963 tegen mevrouw Van Riemsdijk zei: “mar vrouwke, da houde nie vol om ‘t hier alleen met vrijwilligers te laten draaien”, heeft nooit gelijk gekregen. De eerste 40 jaar werd de bungalow iedere maandagmorgen door een vaste groep vrijwilligers uit de omgeving in orde gemaakt. Verse bloemen, klussen en schoonmaak: de ‘MCB” (‘Maandag Club Bungalow’) was lange tijd een begrip.

En nog steeds ‘draait’ de bungalow volledig op vrijwilligers. Die ze natuurlijk altijd tekort komen. Ook nu kunnen ze nog een verpleegkundige, verzorgenden en een kok gebruiken.
Stichting De Zonnebloem: 40.000 vrijwilligers
En zoals de bungalow in Someren vrijwilligers voor het goede doel nodig heeft, zo geldt dit evenzeer voor een van de grootste vrijwilligersorganisaties van Nederland, Stichting De Zonebloem, die zich inzet voor mensen met lichamelijke beperkingen door ziekte, leeftijd of handicap.
Het Zonnebloemschip gaat eind deze maand na ruim anderhalf jaar vanwege corona uit de vaart te zijn geweest weer varen. De Zonnebloem met het hoofdkantoor in Breda organiseert elk jaar voor zo’n 3.000 mensen met een lichamelijke beperking een vakantie op het eigen vakantieschip. Zowel in binnen- en buitenland. Elke week gaan er 69 deelnemers en 63 vrijwilligers aan boord. De stichting telt ruim 40.000 vrijwilligers.

Tijdens de vakantie neemt de Zonnebloem de zorg over van de zorginstantie van de deelnemer. Dit kan de thuiszorg zijn of een andere zorginstelling.
Aan boord: arts, verpleegkundigen, verzorgenden, fysiotherapeut en kapper
De Zonnebloemvakanties worden begeleid door deskundige vrijwilligers. Gekwalificeerde verpleegkundigen en verzorgenden begeleiden de mensen 24 uur per dag. Daarnaast zijn er algemeen medewerkers aan boord die een helpende hand bieden waar nodig. Onder de algemeen medewerkers bevinden zich tijdens de reizen een arts, een fysiotherapeut en een kapster.
Het schip is toegankelijk en volledig aangepast voor rolstoelgebruikers. Er zijn tilliften en douche-toiletstoelen. Ook zijn er in de hut en op diverse plekken op het schip aansluitingen van zuurstof. De bedden zijn voorzien van antidecubitus matrassen.
Aan boord zijn verschillende diëten mogelijk. Zoals zoutloos, vegetarisch en glutenvrij.
Zelfs de hulphond is toegestaan bij een aantal vaarvakanties. Tijdens deze vakanties zijn er speciale hutten beschikbaar waar de gasten samen met hun hulphond kunnen verblijven.
Over de Rijn naar Duitsland en door Belgische en Nederlandse wateren
Het motorpassagiersschip van De Zonnebloem telt 4 dekken. Dat zijn van boven naar beneden het zonnedek, het salondek, het hoofddek en het onderdek. Het schip vaart circa 40 weken per jaar over de Rijn naar Duitsland en over de Belgische en Nederlandse wateren.
Aan boord zijn 11 één persoonshutten en 29 tweepersoonshutten. Elke hut is voorzien van hoog-laagbedden, plafond-tilliftsysteem, aansluiting voor zuurstof, radio, tv, oproepsysteem en één badkamer per twee hutten. De vrijwilligers verblijven op tweepersoonshutten op het onderdek. Daar zijn ook de hutten van de bemanning.