Hoe gaan we ervoor zorgen dat Nederland in 2050 nog steeds koeien houdt én van koeien houdt? Uit 32 aanmeldingen voor de piloteditie in regio’s Oost-Noord-Brabant en Noord-Limburg, zijn 8 verschillende ideeën geselecteerd voor deelname aan het Dutch Daisy Challenge-programma. Het programma loopt van 20 april tot en met 13 juli 2021. De uitdaging voor de deelnemende teams tijdens de DDC is het succesvol toetsen van hun ideeën in de praktijk, om zo na afloop verzekerd te zijn dat hun idee het allerbeste is. Hieronder een overzicht van de acht deelnemende ideeën en de melkveehouders achter deze ideeën. Wie wordt de winnaar van de Dutch Dairy Challenge 2021?
1. BoeralsBuur
Melkveehouder: Peter van den Broek – De Rottein VOF, Waalre (Noord-Brabant)
Het melkveebedrijf toekomstbestendig maken door met natuurinclusieve landbouw op een verantwoorde manier gewassen te telen en het bedrijf uit te breiden met kleinschalige duurzame veehouderijconcepten. Met de producten van het bedrijf wil de melkveehouder, welke boert aan de rand van de stad Eindhoven, een wekelijks variërend pakket boerderijproducten aanbieden aan consumenten binnen een straal van 3 kilometer van het bedrijf. Daarnaast biedt de boerderij een fijne vergader- en leerplek in het groen. Mede door een verdere verbreding van het verdienmodel hoopt de melkveehouder bij te dragen aan verbinding tussen de boerderij en de nabije (stedelijke) omgeving.
2. Hooimelk
Melkveehouder: Kees Peeters – Mts. Peeters, Kessel (Limburg)
De hooimelkmethode is een kans voor de toekomst van de melkveesector. De melkveehouder kent deze methode uit Zwitserland en beschikt over een geschikte stal voor de toepassing ervan. Op dit moment is het bedrijf zelfvoorzienend in ruwvoer met een combinatie van mais en gras. De mais wil de melkveehouder vervangen voor kruidenrijk grasland en het gras drogen om in de winter te kunnen voeren. Dit zorgt tevens voor meer eiwit van eigen land, een betere bodem die meer water vasthoudt met minder uitspoeling, een betere verteerbaarheid voor koeien en daardoor minder uitstoot in de mest.3. Veestapel met de langste levensduur + welzijnsstal
(Dit is een combinatie van twee aanmeldingen).
Melkveehouders: Rob van Creij – Van Creij Dairy, Haps en Mart Arts – VOF Arts Peters/ Melktap De Kamphoeve, Overloon (Noord-Brabant).
Een omgeving creëren die optimaal is ingericht op het genetische potentieel van de koe. Enerzijds betekent dit koeien houden die zo lang mogelijk ‘meegaan’ (langere levensduur) en de mest van de koeien optimaal benutten m.b.v. een zand-mest-scheider. Anderzijds willen de melkveehouders met de inrichting van een welzijnsstal de hoogste gezondheid nastreven om zo het optimale uit de koe te halen. Onder andere door aanpassingen in de stal, met zand in de ligboxen en eventueel een rubberen vloer.
4. Membraan destillatie van mest + waterstofproductie i.c.m. mestvergisting
Melkveehouder: Ben Alders – Rundveebedrijf Alders VOF, Overloon (Noord-Brabant)
Via membraan destillatie water uit de mest halen, welke middels peilgestuurde drainage wordt teruggebracht naar de akkers. De dikke fractie wordt ingezet als bodemverbeteraar. Op deze manier wordt de kringloop gesloten en is er minder transport van mest en ook minder aanvoer van chemische kunstmest nodig. Dit zorgt ook voor een vermindering van chemicaliën in de bodem en het voedsel. Het water is tevens geschikt voor de productie van waterstof, waarmee de boer zijn eigen auto’s en tractoren van duurzame brandstof kan voorzien.
5. Particulier gefinancierd grondfonds
Melkveehouder: Emiel de Bruijn, mts De Bruijn/ De Bruijn Agro Advies, Haps (Noord-Brabant).
Het is een maatschappelijke wens om de melkveehouderij te extensiveren en meer lokale kringlopen te sluiten. Financiering van grond via de traditionele weg is een uitdaging, o.m. door de stijgende grondprijzen. Een particulier gefinancierd grondfonds biedt hiervoor een oplossing. Het grondfonds koopt landbouwgrond en geeft deze in gebruik aan een melkveebedrijf. Tevens kan het fonds eisen stellen m.b.t. duurzaamheid en grondgebruik. Particulieren ontvangen een rentevergoeding. Zo creëren we meer verbinding tussen boer en burger, geven we invulling aan maatschappelijke wensen en zorgen we ervoor dat de melkveehouderij verder kan verduurzamen en ontwikkelen.
6. Grashooi
Melkveehouder: Bennie Aarts – Geitenfarm de Bergenweg, Leveroy (Limburg).
Grashooi uit natuurgebieden opwaarderen naar hoogwaardig voer voor melkvee.
Rondom natuurgebieden is een drang naar extensivering en behoud van graslanden. Met een vernieuwende conserveringsmethode kan het gewonnen gras uit deze gebieden worden omgezet naar hoogwaardig voer voor melkvee. Voer waarvan de smakelijkheid én de benutting aanzienlijk wordt verhoogd. Dit kan een manier zijn om natuurinclusieve landbouw meer rendabel te maken voor de melkveehouder.
7. ‘(Af)geserveerde koe’
Melkveehouder: Rik Zeegers – Zeegers melkvee, Wellerlooi
Het melkveebedrijf, verscholen als een groen eiland midden in Nationaal Park ‘de Maasduinen’, ziet kansen om afgemolken koeien (koeien die geen melk meer geven) extra functies te geven. Nu worden deze koeien vaak naar een anoniem slachthuis gebracht. De koeien van deze melkveehouder zouden nog van een mooi ‘pensioen’ kunnen genieten als natuurbeheerder in het aangrenzende natuurgebied. De melkveehouder ziet dit als een transitie van zijn rol als boer naar gastheer van het land, de Landwaard.
8. Experience Center
Melkveehouder: Mark van Lipzig & Ineke Haast – Brosa Farming & Zuivel van Nu BV, Velden (Limburg)
De melkveehouder wil in het kader van 100% transparantie een beleving maken van zijn boerderij. Letterlijk ondernemen in een glazen huis. Op dit moment kunnen voorbijgangers al 365 dagen per jaar meekijken in de stal vanaf een speciaal kijkpunt. In de toekomst wil de melkveehouder zijn bedrijf uitbreiden tot een modern Experience Center. Hier worden de producten geproduceerd en kunnen mensen terecht voor een beleving van het bedrijf, de agrarische sector en de landschappelijke omgeving. Compleet met horeca, winkel, speeltuin, kinderboerderij, workshops en educatieve activiteiten.