Het Zwin Natuur Park in Knokke-Heist kon op 26 april haar eerste ooievaarsjongen waarnemen. De soort onderging in de 19e en 20e eeuw een sterke afname en de angst was groot dat ooievaars volledig gingen verdwijnen uit West Europa. Dat we dit jaar dus opnieuw jongen mogen verwelkomen, toont aan dat de beschermingsmaatregelen voor de soort goed werken.
Ooievaars zijn trekvogels, wat wil zeggen dat ze elk jaar tijdens de late zomer naar het Zuiden van Europa of zelfs naar Afrika trekken om daar te overwinteren. Dit doen ze omdat ze zich voornamelijk voeden op slakken, regenwormen en grotere insecten, maar deze zijn in de winter niet voldoende aanwezig bij ons. Begin februari keren ze dan terug naar België om hier te broeden en hun jongen op te voeden.
De ooievaar is een monogame vogel en elk jaar broedt ze dus met dezelfde partner. Intussen zijn al twaalf nesten in het Zwin Natuur Park bezet en de meeste aanwezige paren beginnen eind maart met het broeden van hun eieren. Hierdoor verwacht Het Zwin de komende periode nog meer nieuwe, jonge ooievaars te zien. Wanneer de eieren nog maar net zijn uitgekomen, zijn de jongen nog moeilijk waar te nemen omdat ze sterk beschermd worden door hun ouders, maar over enkele weken zullen ze zich wat meer laten zien.
De soort heeft het een periode heel erg moeilijk gehad om te overleven in Europa en hun aantallen daalden sterk. Dit vooral door het verlies aan leef- en broedgebied. Ooievaars verkiezen namelijk vochtige graslanden door de grote hoeveelheid insecten die er aanwezig zijn, maar deze werden uitgedroogd om plaats te maken voor de agricultuur.
Door intensieve beschermingsmaatregelen en de moeite die Het Zwin en Planckendael doen om broedgebied voor ooievaars te voorzien, kunnen de vogels nu weer in grotere aantallen worden waargenomen. Verder worden de individuele ooievaars zo vaak mogelijk van ringen met zendertjes voorzien om zo verder wetenschappelijk onderzoek naar de soort te kunnen doen. Dit voorziet belangrijke informatie die kan zorgen voor een nog betere bescherming van de ooievaar.
