De Europese publieke opinie is sterk voorstander van meer ambitieuze nationale klimaatdoelen, blijkt uit een nieuwe peiling in twaalf Europese landen. Meer dan twee derde van de respondenten wil de doelen opkrikken, vooral in Zuid- en Oost-Europa.
De YouGov-peiling vroeg dertienduizend Europeanen in twaalf landen of ze vinden dat hun regering de nationale klimaatdoelen moet opkrikken nu Europa zichzelf een emissiereductie heeft opgelegd van 55 procent tegen 2030. Meer dan twee derde (68 procent) is het daarmee eens. Een kwart (24 procent) wil liever dat die nationale doelen onveranderd blijven, terwijl 8 procent pleit voor minder ambitie.
Zuid- en Oost Europa
Vooral in Zuid-Europa is de steun groot, met Italië (85 procent) en Spanje (79 procent) op kop. Maar ook in Oost-Europa, waar de nationale klimaatdoelen vaak zwak zijn, wil een groot deel van de bevolking meer ambitie. In Roemenië is 73 procent voorstander, in Polen 68 procent en in Hongarije 67 procent.
In West-Europa is de steun minder uitgesproken: in Nederland en Denemarken is weliswaar minder dan de helft voorstander van strengere doelen, maar er is wel een sterke meerderheid (respectievelijk 84 en 85 procent) om de huidige ambitie aan te houden. In België is 60 procent voor meer ambitieuze nationale doelen, 28 procent is tevreden met de huidige inspanningen en voor 12 procent mag het minder ambitieus.
De EU debatteert momenteel over het voortbestaan van de zogenaamde “Effort Sharing Regulation”, die bindende nationale klimaatdoelstellingen voor elke lidstaat vaststelt en meer dan de helft van de totale Europese emissies reguleert.
“Bindende doelstellingen zijn cruciaal voor nationale klimaatinspanningen zoals een einde aan subsidies voor bedrijfswagens op diesel, en ze blijken veel steun te genieten onder de Europese burgers”, zegt Sofie Defour van de milieukoepel Transport & Environment, die de peiling bestelde. “De Europese Commissie moet daar nota van nemen en eindelijk duidelijk maken dat nationale doelstellingen een vaste waarde zijn als hoeksteen van de Europese klimaatarchitectuur.”