De provincie Noord-Brabant gaat € 1 miljoen investeren in drie extra meetpunten voor luchtkwaliteit. Een vast meetpunt in Noordoost-Brabant en 2 mobiele meetpunten die op aanvraag door de provincie rouleren. In totaal heeft Brabant dan acht meetstations in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.
Elies Lemkes-Straver, provinciebestuurder voor Milieu en Gezondheid: “We willen dat Brabant een fijne, veilige en gezonde provincie is om te wonen en te ondernemen. Schone lucht is daarvoor een basisvoorwaarde. We zetten actief in op het verbeteren van onze luchtkwaliteit. Dan is het belangrijk om objectief te kunnen meten waar de knelpunten zitten, maar ook welke maatregelen effect hebben.”
Gezonde lucht
De provincie ontvangt regelmatig verzoeken om extra metingen en meetpunten voor luchtkwaliteit op steeds wisselende locaties en om wisselende redenen. Zowel van gemeenten, inwoners en leden van Provinciale Staten. Deze verzoeken sluiten goed aan bij het provinciale streven naar een betere luchtkwaliteit en bij de uitgangspunten van het Schone Lucht Akkoord.
Invullen witte vlek in Noordoost-Brabant
Binnen het Schone Lucht Akkoord heeft de provincie samen met de regio en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een afspraak gemaakt voor een extra ankermeetstation in Noordoost-Brabant. Deze wordt voor de helft gefinancierd door het Rijk en voor de helft door de provincie. Voor Noordoost-Brabant is gekozen, omdat in de regio Den Bosch-Oss-Veghel geen meetstation staat. Het meetstation komt in het landelijk gebied waar enige tijd sprake is geweest van de opvallend veel voorkomende bacteriële infectieziekte Q-koorts, die veroorzaakt wordt door dieren (geiten en schapen) en overslaat op mensen. Door de uitbreiding komt het aantal meetstations in de provincie met 2.2 miljoen inwoners op acht.
Semi-mobiele meetpunten maken een tour door Brabant
Naast een vast meetstation in het landelijk gebied investeert de provincie bovendien in twee roulerende meetstations. Deze zullen een tour door Brabant maken en in totaal acht tot tien plaatsen ‘aandoen’ in de komende vijf jaar. Burgerinitiatieven, gemeenten en andere programma’s binnen de provincie kunnen een verzoek doen om een meetpunt te plaatsen. Dit meetpunt blijft dan zes maanden staan of langer als dat nodig is. De meetpunten worden gebruikt voor onderzoek en kunnen antwoorden opleveren op concrete vragen. Bovendien kunnen de meetpunten gebruikt worden om te testen of de gegevens van de meetsensoren die burgers zelf in gebruik hebben ook geschikt zijn om mee te nemen in het landelijk onderzoek. Gedeputeerde Lemkes-Straver: “De twee roulerende meetstations dragen bij aan het maatschappelijk debat over luchtkwaliteit. Ze leveren nauwkeurige en betrouwbare gegevens die voldoen aan de eisen van het Landelijk Meetpunt Luchtkwaliteit. Ze kunnen daarmee het gesprek met burgers over de luchtkwaliteit in hun omgeving versterken.”